zaterdag 25 november 1995

HANNAH ARENDT: EEN PASSIE VOOR VRIJHEID

Hannah Arendt - Een passie voor vrijheid

Woensdagavond herhaalt het ZDF een interview dat Günter Gaus 20 jaar geleden had met Hannah Arendt. De interviewer was na afloop diep onder de indruk. Zoiets had hij 'in weitem Abstand' niet eerder beleefd.

in: VPRO-gids, 25 november-1 december 1995.

Otto van de Haar

Afbeeldingsresultaat voor hannah Arendt

In 1964 interviewde Günter Gaus voor het ZDF de toen 58-jarige Duits-joodse publiciste Hannah Arendt. Ze vertelde - een beetje nerveus nog vanwege het nieuwe medium - over haar jeugd in Duitsland, de vroege dood van haar vader en haar studie bij invloedrijke filosofen als Karl Jaspers en Martin Heidegger. Ze was een uitzonderlijk begaafde studente, promoveerde op 23-jarige leeftijd bij Jaspers en verkeerde al spoedig op vertrouwde voet met haar docenten. met Heidegger had ze in de jaren twintig zelfs een vlammende liefdesrelatie. Tijdens het gesprek met Gaus bracht Hannah Arendt ook haar persoonlijke ervaringen als jodin in Duitsland  in het midden. En haar vriendschap met de Duitse zionistenleider Kurt Blumenfeld.

Kort na de machtsovername van Hitler in 1933, terwijl Heidegger het nieuwe bewind de hand reikte en Jaspers de voorkeur gaf aan de 'innere Emigration', week hun leerlinge uit naar Frankrijk, waar ze trouwde met eveneens uit Duitsland gevluchte communist Heinrich Blücher. In Frankrijk spande zij zich in om joodse vluchtelingen voor te bereiden op een leven in Palestina. Een fervente zioniste is ze echter nooit geweest. Al bij de stichting van de staat Israël in 1948 wees op de noodzaak van een bi-nationale staatsvorm, met gelijkberechtiging voor palestijnen en joden. Een dergelijk standpunt was uitzonderlijk in die tijd en getuigde van een scherpe, vooruitziende blik.

Toen Frankrijk door het Duitse leger werd bezet, vertrok Arendt voorgoed naar de Verenigde Straten. Daar bracht ze het, na een moeilijke tijd als immigrant, tot professor in de politieke wetenschappen in Chicago en New York. Daar zette zich ook aan het schrijven van haar belangrijkste boek The origins of totalitarianism (1951), dat haar in één klap beroemd zou maken. 'Niet eerder' schreef Arendt-kenner Maarten van Rossum, 'waren nazi-Duitsland en de Sovjet-Unie op deze schaal en met deze intensiteit onder dezelfde noemer (totalitarisme) gebracht'. Later volgden, naast filosofisch werk, nog publicaties als On Revolution en On Violence en niet te vergeten haar geruchtmakende Eichmann in Jerusalem; a report on the banality of evil over het politieke proces tegen oud-nazi Adolf Eichmann, in 1961. Ze leverde hierin principiële kritiek op de rechtsgang en stelde dat Eichmann eerder een conformistische, 'banale' functionaris was dan het monsterlijke brein dat Israël met alle geweld in hem wenste te zien. Bovendien verweet zij de Joodse raden hun samenwerking met de nazi's. Internationale joodse organisaties, ook in Nederland, reageerden met diepe verontwaardiging. Haar beschuldiging was ongenuanceerd en ongevoelig geweest. De affaire kostte haar nogal wat vrienden, onder wie tot haar grote spijt Kurt Blumenfeld. Anderen schaarden zich achter zoals de schrijfster Mary McCarthy, Karl Jaspers en de joodse politocoloog Raul Hilberg. Vlak voor het interview van Gaus, eind 1964 werd Arendts boek in de Bondsrepubliek gepubliceerd. Logisch dat Gaus er nogal op doorvroeg.

Vanuit Amerika bezocht ze regelmatig het naoorlogse Europa. Ook de Bondsrepubliek, die onder leiding van Konrad Adenauer aan een verbluffende economische comeback bezig was. Ze kwam voor lezingen in tot de nok gevulde collegezalen, voor interviews of voor studiedoeleinden. Maar af en toe bracht ze een persoonlijk bezoek aan oude bekenden. Zoals aan Karl Jaspers, die verhuisd was naar het Zwitserse Basel en die ze als 'de beste leermeester aller tijden' beschouwde. Met hem voerde ze vanuit de Verenigde Staten tientallen jaren een levendige briefwisseling, waarin ze de grote naoorlogse gebeurtenissen de revue lieten passeren. Ook Martin Heidegger bezocht ze. Het blijft natuurlijk een fascinerende paradox dat Hannah Arendt, als jodin, met de kennis die ze bezat over Heideggers sympathie voor Hitler, hem na de oorlog altijd de hand boven het hoofd heeft gehouden. Hoe moeilijk dat ook voor haar was. Ze weigerde steevast 'de persoonlijke Heidegger' op te offeren aan 'de publieke Heidegger'. Het weinige dat ze over diens omstreden optreden kwijt wilde was dat ook de Griekse filosoof Plato 'soft on dictators' was geweest. Ze bleef haar leven lang in de ban van hem. Heideggers gevoelens voor haar nauwelijks minder heftig. In de prachtige standaardbiogafie Hannah Arendt; for love of the world van Elisabeth Young-Bruehl, een studente van haar, wordt verteld dat Heidegger het presteerde om in het bijzijn van zijn eigen vrouw, Hannah Arendt 'de passie van mijn leven' te noemen en de inspiratie van zijn werk; hoewel Heidegger beduidend meer voor zijn 'wettig echtgenote' - een fanatieke nationaal-socialiste - voelde dan Arendt lief was. Tot aan haar dood in 1975 bleven ze contact houden.

In  het bewuste interview legt Gaus aan Hannah Arendt de vraag voor of '1933' een breuk in haar leven betekend. 'Nee', zei ze. Die breuk kwam voor haar pas tien jaar later, toen zij in Amerika het catastrofale nieuws te horen kreeg over de Duitse vernietigingskampen. Haar man Heinrich Blücher had haar nog op het hart gedrukt dat zoiets militair gesproken onmogelijk, irrationeel was. Maar ook hij moest zich neerleggen bij het feit dat Hitler niet één oorlog had gevoerd, maar twee. Veel van Arendts latere werk is doortrokken van deze dramatische ervaring. In haar boek The origins of totalitarianism legde ze in pakkende stijl de elementen bloot waaruit volgens haar het nazi-totalitarisme gekristalliseerd was: antisemitisme, imperialisme en racisme. Ze vond deze verschijnselen in de 'afvalbak' van de westerse 19de-eeuwse maatschappij.

Hannah Arendt hekelde even indringend het bestaan van communistische concentratiekampen onder Stalin. tegenwoordig is de parallel tussen regimes van Hitler en Stalin nog amper omstreden, maar in de jaren vijftig was voor menigeen de vergelijking een groot taboe. Het communisme had volgens Arendt steeds verzuimd om het vrijheidsbegrip wettelijk te funderen. Zaken als machtsdeling en federalisme zag zij wel gerealiseerd in de Amerikaanse revolutie. Ze vond het dan ook jammer dat de 'onvrije' Russische en niet de 'vrije' Amerikaanse revolutie zoveel invloed had gehad op het wereldgebeuren. De recente ontwikkelingen in China en Midden-Europa zouden Hannah Arendt dan ook zeker welkom zijn geweest. Toen in 1956 in het communistische Hongarije verrassend een anti-totalitaire  opstand uitbrak, waarbij spontane 'burger-initiatieven' ontstonden, was ze laaiend enthousiast. Ze beoordeelde dit als 'een overwinning voor de vrijheid', ondanks de de nederlaag van de opstandelingen. 

Naarmate ze ouder werd kreeg Hannah Arendt steeds meer academische lauweren aangereikt, maar werkelijk geïntegreerd in het westerse establishment raakte ze nooit. Misschien was haar werk daarvoor te tegendraads. Ondanks haar grote bewondering voor de Amerikaanse Revolutie had ze een scherp oog voor de uitwassen van de Nieuwe Wereld. De heksenjacht tegen links ten tijde van McCarthy verafschuwde. evenals het schandelijke beleid in Vietnam. Hannah Arendt waarschuwde ook voor andersoortige totalitaire dreigingen in het westen, zoals de kunstmatig gestimuleerde consumptieverslaving. Ze had tenslotte een passie voor vrijheid.