zondag 1 mei 1994

'ALS DE RUSSEN KOMEN'

n.a.v. de VPRO-documentaire in acht leveringen: Als de Russen komen en
Ronald Havenaar, Van Koude Oorlog naar nieuwe chaos, 1939-1993.

In: Spiegel Historiael, mei 1994, p. 175-176.
 

Otto van de Haar

ALS DE RUSSEN KOMEN

Het bekende VPRO-geschiedenisprogramma OVT (Onvoltooid Verleden Tijd) was in de slotmaanden van vorig jaar voor een gedeelte gewijd aan de documentaire Als de Russen komen - over de Koude Oorlog in Nederland.
In acht wekelijkse uitzendingen op de zondagochtend werden de luistervrienden aan de hand van een reeks vraaggesprekken teruggevoerd naar die paradoxale periode van angstige spanning en stabiliteit. Een tijd waarin het conflict tussen Moskou en Washington zijn onmiddellijke uitwerking had op het nationale politieke en persoonlijke vlak. Naast partijpolitieke figuren van verschillend pluimage waren onder meer een generaal buiten dienst, een diplomaat, iemand van de Nationale Reserve, een wetenschapsman en een burgervader te beluisteren. Het is begrijpelijk dat aan CPN'ers en BVD'ers en hun dramatische onderlinge verhouding ruimschoots aandacht werd besteed. Het gemeenschappelijk kenmerk van de geïnterviewden was, aldus hoofdredacteur Hans Olink, dat zij allen de koude oorlog bewust hebben meegemaakt. De programmamakers zijn wat vaag over het precieze einde van de koude oorlog. Deze zou zelfs nog voortduren. Door de term ook te gebruiken voor de episode ná de recente revolutionaire veranderingen in voorheen het Sovjet blok - het begrip 'desintegratie ' is toepasselijker - worden specifieke eigenschappen van de echte koude oorlog genegeerd. Ik doel niet slechts op de typisch ideologische tegenstelling maar ook op het feit dat naarmate de koude oorlog voortduurde, hij ook stabiliteit impliceerde. Kom daar vandaag eens om.

Meer evenwicht

De achtergrond van deze vaagheid is het gebrek aan confrontatie bij de redactie met betrekking tot het definitieve demasqué van het staatscommunisme. En dat terwijl de onthullingen en niet te vergeten de macabere opgravingen her en der in de Sovjet-Unie, in haar nadagen, bij menige westerling de toch al stoute verwachtingen nog overtrof. Anders geformuleerd: had - gezien de actualiteit- het stalinistisch karakter van de Sovjetstaat niet nadrukkelijker naar voren moeten komen bij de verduidelijking (van het ontstaan) van de koude oorlog? De volstrekt meedogenloze en gewetenloze aard van Stalins bewind, waarmee de Oost-Europese staten kort na de oorlog eveneens kennismaakten, verklaart weliswaar niet direct de koude oorlog, maar is er wel als reële angstfactor onlosmakelijk mee verbonden. Het commentaar dat het geheel van een historisch jasje voorziet, maakte hierdoor soms een wel erg neutrale indruk.
Een voorbeeld. Door de redactie wordt voor de verantwoordelijkheid van de aanzet (1945-1946) van de koude oorlog vooral in westelijke richting gekeken. Niet alleen gezien een aantal vraaggesprekken, ook wordt een deel van de roemruchte speech van Winston Churchill uit maart 1946 ten gehore gebracht die de gewezen oorlogsleider hield in het stadje Fulton, gelegen in de Amerikaanse staat Missouri (en niet zoals de commentaarstem het wil 'in Groot-Brittannië): 'From Stettin in the Baltic to Triest in the Adriatic, an iron curtain has descended across the continent...'
Dit deel van de documentaire had wellicht aan inzicht gewonnen indien ook de fameuze, maar niet minder belangrijke 'oorlogsverklaring' van Stalin uit februari 1946 in herinnering was gebracht. (Een analyse van deze rede wordt ten beste gegeven in het vorig jaar verschenen boek van dr. Ronald Havenaar: Van Koude oorlog naar een nieuwe chaos, 1939-1993). In zijn toespraak op een 'verkiezingsbijeenkomst' gaf Lenins opvolger de toehoorders te verstaan dat zich tussen de twee kampen een nieuwe strijd aankondigde, die onvermijdelijk op een oorlog zou uitlopen. Men kan tegenwerpen dat Stalin niet serieus meende wat hij zei en met zijn uitspraken vooral propagandistische doelen najoeg. Maar in dart geval moet de mogelijkheid open gehouden worden dat de donderspeech van Churchill eveneens met een korrel zout wordt genomen. Havenaar brengt vervolgens Churchills opmerking in stelling dat het Kremlin de vriendschap van het Westen minstens zozeer vreesde als de vijandschap. Open contacten met westerse maatschappijtypen zou Stalins totalitaire macht snel ondergraven hebben.
Genoemde publicatie is de redactie van het radioprogramma niet ontgaan en voorafgaand aan de documentaire prijkte in de VPRO-gids een interview van Hans Olink met Ronald Havenaar. Helaas is er van de inhoud van dit gesprek over het boek niets terug te vinden in de serie. Waarom niet?
Olink desgevraagd: 'Het boek is niet gebruikt voor de serie omdat het niet handelde over de koude oorlog in Nederland. Het ging me bij dit interview vooral om de attentiewaarde'. Het zou zinvoller geweest zijn als er een duidelijke keus was geweest. Of we verbinden Havenaars boek met de serie, of we laten het boek en het interview vallen. Zoals het nu is gebeurd, dekt de vlag de lading niet. De attentie is weliswaar gewekt maar de verwarring ook.

Gebrek aan confrontatie

Olink heeft gelijk als hij stelt dat Havenaars boek niet specifiek over de koude oorlog in Nederland gaat. Maar aangezien ons land invloed onderging van het bipolaire conflict, is dit bezwaar maar gedeeltelijk op zijn plaats.
Van koude oorlog naar nieuwe chaos, 1939-1993 bevat overigens meer passages waarmee de serie haar voordeel had kunnen doen. Te denken valt aan de Korea oorlog en de verreikende gevolgen hiervan voor de Duitse herbewapening die ook in de serie ter sprake kwamen. Beide fenomenen blijven nu op zichzelf staan. Zoals de titel aangeeft, laat Havenaar de koude oorlog beginnen in 1939 met het Hitler-Stalin Pact. Toen begon volgens hem Stalins expansiepolitiek naar een deel van Oost-Europa. Na het intermezzo van de Tweede Wereldoorlog nam hij dezelfde draad weer op en schoof nog verder in westelijke richting. Deze stelling klinkt doordacht en logisch. Tenslotte viel de afloop van de koude oorlog niet per toeval samen met de ineenstorting van de Oosteuropese staten. Toen Moskou deze regimes militair niet langer ruggensteunde, was het einde daar. Het probleem met deze these is wel dat Hitlers ontketening van zijn extreem bloedige expansieoorlog tegen de Sovjet-Unie tot een detail wordt gereduceerd.
Havenaar heeft een sterke troef in handen door te wijzen op het stalinistische karakter van de Sovjetstaat bij het ontstaan (en het verloop) van de koude oorlog. De Duitse invasiemacht heeft echter ook 'karaktervormend' gewerkt op de Sovjet-Unie en heeft de naoorlogse politiek mede bepaald. Stalin heeft de Führer immers niet verzocht hem eerst aan te vallen zodat hij Hitler kon verslaan om zodoende zijn expansiezucht in Midden-Europa te kunnen stillen. Meer evenwicht tussen beide factoren had de overigens fraai geschreven studie overtuigender gemaakt.
De kritiek op de VPRO-documentaire laat onverlet dat deze veel positiefs te bieden heeft. De vraaggesprekken vertonen een behoorlijke variatie. Datzelfde geldt voor de boeiende archieffragmenten, zoals de stemgeluiden van Jacques de Kadt en Paul de Groot. Eén groep komt er bekaaid af: die van de gewone, niet-partijgebonden burger. De voornaamste kracht van de serie is een grote concreetheid en levendigheid. De documentaire als geheel biedt ook een stimulans om je te verdiepen in de (herinnerings)literatuur over de joude oorlog.
Kernbezwaar blijft het gebrek aan actuele confrontatie met het einde van het communistische staten. Die confrontatie had een impuls kunnen betekenen om door middel van het commentaar de 'deelnemers' aan de de koude oorlog in Nederland van meer perspectief te voorzien dan nu het geval was. respect voor de (gesproken) bronnen, welke dan ook, is uiteraard evident. Maar het is de journalist/historicus die ze niet alleen selecteert maar ze ook laat spreken binnen een breder kader. Het zelf ten tonele gevoerde boek van Ronald Havenaar had hierbij in bepaalde opzichten bruikbaar kunnen zijn. Zoals het nu is gedaan, had deze serie ook tien jaar eerder gemaakt kunnen zijn.