zondag 14 april 2019

BLOODY SUNDAY - IN AMRITSAR

in: Solidariteit, 14 april 2019.

https://www.solidariteit.nl/extra/2019/bloody_sunday_in_amritsar.html

 

Een eeuw geleden in de Indiase deelstaat Punjab

Bloody Sunday - in Amritsar

Otto van de Haar 1


Zondagmiddag 13 april 1919. Nadat de ergste hitte voorbij was, verzamelden zich in Amritsar, hoofdstad van de Indiase deelstaat Punjab, vijftienduizend stedelingen op de grote stoffige binnenplaats ter viering van het nieuwe Voorjaar, een religieus feest. Ook boeren uit aangrenzende districten waren naar Amritsar gereisd.

Punjab, in het Noordwesten van India, was één van de meest politiek bewuste deelstaten. Behalve religieuze gevoelens bestond onder de aanwezigen dan ook flinke onvrede over het repressieve karakter van het Brits koloniale bestuur, met aan het hoofd viceroy (onderkoning) Frederic Chelmsford. Een enkele auteur heeft het Punjab van die dagen omschreven als een groot gevangenenkamp. 2 De noodtoestand was er van kracht en formeel was deze bijeenkomst dan ook 'illegaal'.

Honderden doden

Niet lang nadat de binnenplaats was volgestroomd met de feestvierenden, arriveerde door de smalle toegangspoort kolonel Reginald Dyer met een groep van veertig soldaten uit het Brits-Indiase leger. Zij stelden zich op aan één kant van het plein en op Dyers bevel openden de soldaten zonder waarschuwing en zonder waarneembare emotie het vuur op de vreedzame, ongewapende menigte.
Gedurende tien minuten werden vanaf ongeveer 135 meter afstand 1.650 kogels gelost. Doordat de binnenplaats ommuurd was, was er geen ontkomen aan. Een totale paniek brak uit. Sommigen sprongen uit wanhoop in een put waar ze niet levend uit kwamen. De officiële cijfers spreken van 379 doden. En aan de meer dan 1.000 verspreid liggende gewonden en verminkten mocht op bevel van Dyer pas na 24 uur hulp geboden worden. Vervolgens vertrok de kolonel met zijn peloton zoals hij gekomen was.
Foto Kolonel Reginal Dyer, 1864 – 1927Foto Michael O'Dwyer, 1864 – 1940
Kolonel Reginal Dyer, 1864 - 1927Michael O'Dwyer, 1864 - 1940

'Illegale' bijeenkomst

De aanleiding tot deze massamoord van Britse zijde was de als onterecht ervaren arrestatie en deportatie van twee vooraanstaande leden van het Indian National Congress dat onder leiding van Mahatma Gandhi was uitgegroeid tot de belangrijkste politieke organisatie van het land. Beide heren, Saifuddin Kitchlew en Satya Pal, hadden in de voorafgaande weken verontwaardigde toespraken gehouden over de Rowlatt Act die door het Brits koloniale bestuur in Delhi was verordonneerd. Deze wet hield in dat iedereen kon worden opgepakt en zonder vorm van proces voor onbeperkte duur kon worden vastgehouden. Het was een reactie op de met succes door Gandhi afgekondigde dag van 'vasten en bidden'.
Michael O'Dwyer, de Britse gezagsdrager van de deelstaat Punjab, verklaarde na afloop van het door Reginald Dyer uitgevoerde bloedbad: Your action is correct. Die kwalificatie werd niet door iedereen gedeeld. Op de allereerste plaats niet door de gewone Indiërs, maar ook Londen moest zijn houding opnieuw bepalen, nadat het verbijsterende nieuws niet langer kon worden stilgehouden.
Er werd een Brits-koloniaal onderzoek ingesteld, door de zogenoemde Hunter-commissie die tot de conclusie kwam dat Reginald Dyer een grove fout had begaan, een understatement. Pas nadat het Indian National Congress de eigen onderzoeksbevindingen op tafel legde, zag het Britse Lagerhuis zich gedwongen Reginald Dyer van zijn post te ontheffen. Minister van Zee- en Luchtmacht, Winston Churchill (toen nog geen halfgod), meende dat deze monstrueuze gebeurtenis niets uitstaande had met de Britse manier van zaken doen. Het ging hier volgens hem om een incident dat uniek was in de moderne geschiedenis van het Britse rijk. Reginald Dyer had onnodig veel geweld gebruikt. Maar dat deze massale bijeenkomst in Amritsar 'illegaal' was, werd door Churchill uiteraard niet betwist; er was immers een noodtoestand van kracht. Op geen enkele wijze stond voor hem het Britse Imperium ter discussie.

Wraak

Het Britse Hogerhuis koos een andere manier om het Imperium te redden. Het zuiverde Reginald Dyer van alle blaam en stelde hem een pensioen ter beschikking. Dit ging een groep Britten in India (en ook Indiërs uit de elite) nog niet ver genoeg. Zij organiseerden een grote inzamelingsactie die 250.000 pond (huidige koers) opleverde die Dyer samen met een 'erezwaard' in ontvangst mocht nemen. De bekende Nobelprijswinnaar voor Literatuur Rudyard Kipling, de lievelingsdichter van Winston Churchill, omschreef Reginald Dyer als De man die India had gered.
De families van de vermoorden werd in een later stadium 1.450 pond (huidige koers) per slachtoffer verstrekt. O'Dwyer, de hoofdverantwoordelijke gezagsdrager van de deelstaat Punjab en baas van Dyer, zou twintig jaar later op fatale wijze met zijn verleden geconfronteerd worden. In 1940 werd hij in de Britse hoofdstad door de Indiase nationalist Udham Singh geliquideerd. Op de laatste dag van het proces kwam de aangeklaagde tot een bondig slotwoord:
[O'Dwyer] verdiende het (...) Hij wilde de geest van mijn volk kapot maken, daarom heb ik hem kapot gemaakt. 21 jaar lang heb ik gepoogd wraak te nemen. Ik ben blij dat ik de klus geklaard heb. Bang voor de dood ben ik niet. Ik sterf voor mijn land. Ik heb in India mijn volk zien sterven onder Britse heerschappij. Bestaat er een grotere eer dan te sterven voor mijn moederland?
Singhs leven eindigde in hetzelfde jaar aan een Britse galg.
Afbeelding Udham Singh, 1899 - 1940Foto Rabindranath Tagore, 1861 - 1941Foto Mahatma Gandhi, 1869 - 1948
Udham Singh, 1899 - 1940Rabindranath Tagore, 1861 - 1941Mahatma Gandhi, 1869 - 1948

Keerpunt

De slachting van Amritsar, nu een eeuw geleden, bracht een waterscheiding teweeg tussen Indiërs en Britten. De beroemde romanschrijver en dichter Rabindranath Tagore - de Indiase tegenvoeter van Rudyard Kipling - die eveneens de Nobelprijs voor Letterkunde was toegekend, was vóór 1919 ambivalent geweest over de voor- en nadelen van het Britse bestuur. Na 'Amritsar' was van twijfel niets meer over. Hij, en anderen met hem, stuurde zijn onderscheiding (badge of honour’) naar onderkoning Chelmsford retour met een begeleidend schrijven:
Het minste dat ik voor mijn land kan doen, is alle consequenties aanvaarden door een stem te geven aan het miljoenen-protest van mijn landgenoten (...) ik wil, zonder speciale onderscheidingen, aan de zijde staan van hen die vanwege hun zogenaamde onbeduidendheid, blootgesteld worden aan vernederende ontberingen die niet voor menselijke wezens zijn bestemd.
Ook voor Gandhi, die toen nog geen iconen-status bezat, betekende het bloedbad van Amritsar een keerpunt of zoals de Britten het zeggen: a point of no return. Met zijn niet-gewelddadige strategie zou hij een dimensie toevoegen aan de onafhankelijkheidsstrijd.

1Literatuur:
Shashi Tharoor, Inglorious Empire. What the British did to India, 2016.
Andrew Roberts, Churchill. Walking withe destiny, 2018, met name pp. 272-273. (terug)
2
Tariq Ali, De Nehru's & De Gandhi's. India in de greep van een dynastie. Met een voorwoord van Salman Rushdie, 1985, p. 43. (terug)