dinsdag 16 augustus 2005

INDONESISCHE DODEN TELLEN NIET

Het schijnt dat de oude Drees nachtmerries heeft gehad van de 'kwestie Indonesië'. Mag ook wel als je bedenkt wat Nederland daar heeft uitgespookt.

In: Vpro-gids, nr. 33, 13 t/m 19 augustus 2005.  Andere tijden (NPS/VPRO)

Otto van de Haar

Op 24 september 1946 verkondigde PvdA-voorzitter Koos Vorrink in het Vrije Volk dat er 'nooit een koloniale oorlog zou worden gevoerd door een regering die steunt op de PvdA'. Het liep allemaal anders. Het Nederlandse kabinet (waarin de socialisten zitting hadden) initieerde kort daarna tevergeefs twee koloniale veldtochten om 'ons' Indië te behouden. Sinds die tijd zijn er in Nederland vooral klaagliederen te beluisteren over het eigen leed en dat van de pro-Nederlandse Indonesiërs. PvdA-er Willem Drees, destijds vice-premier en later minister-president, had het in een terugblik larmoyant over 'vier jaar nachtmerrie'. Over de talrijke gevallenen aan republikeinse zijde hoorde je iets minder.
Precies 60 jaar geleden, op 17 augustus 1945, riep de inmiddels schor geworden Soekarno met Hatta de 'Republik Indonesia' uit.
Bevestigd aan een bamboestok werd de rood-witte vlag gehesen. De republikeinen eisten volledige onafhankelijkheid. De proclamatie van Soekarno viel bij de regering en kroon - Wilhelmina had weer eens moeite om haar dictatoriale neigingen de baas te blijven - niet in goede aarde. Ook Drees, de onbetwiste PvdA-leider, blikte verstoord uit zijn diepbruine kijkers toen hij de proclamatie voor zijn neus kreeg. Vanuit zijn 'diepgevoelde verantwoordelijkheid' meende hij dat de lucratieve reuzenkolonie onder geen beding 'verkwanseld' mocht worden. Het Nederlandse onderhandelingsconcept kwam dan ook steeds op het volgende neer: jullie mogen 'op zeker moment' zelfstandig worden, maar graag in Koninkrijksverband, waarbij Nederland 'een zeker overwicht' behoudt.
Toen bleek dat de republikeinen zich niet om de onafhankelijkheidtuin lieten leiden, begon Nederland zijn laatste klassiek-koloniale veldtocht, die op een echec uitliep. Op 27 december 1949 vond in Amsterdam onder leiding van minister-president Drees de soevereiniteitsoverdracht plaats.
In de Andere tijden-aflevering 'Drees en Indië' (herhaling van 26 oktober vorig jaar) worden gesprekken gevoerd met tijdgenoten als K. Bieger (destijds officier van Justitie in Indonesië), J.R. van den Brink (oud-minister van Economische Zaken), F. van Praag (werkte op het PvdA-partijbureau) en een tweetal veteranen. En natuurlijk zien we beelden van de in 1988 overleden Drees zelve.
Van enige aandacht voor de ca. 100.000 slachtoffers aan republikeindse kant (Nederland betreurde 2.500 doden) en voor door Nederland begane misdaden, ontgbreekt ieder spoor. Over 'nachtmerries' gesproken. Dat de makers zich qua beeldmateriaal beperkt hebben tot een propagandafilm van het K.N.I.L. en Polygoonjournaals zal hieraan niet vreemd zijn. Het kan daarom geen kwaad om nog eens de conclusie uit het in Nederland behoedzaam gerecenseerde Le livre noir du colonialisme (2003) te citeren: 'Aux Pays-Bas, la mort d'un Néerlandais a, semble-t-il, toujours beaucoup plus compté que celle d'un Indonésien'.