vrijdag 2 januari 1998

DE BEAUVOIR: 'IK WIL MIJN EIGEN KEREL!'


'IK WIL MIJN EIGEN KEREL'

In: VPRO-gids, 2 t/m 8 januari 1998. 

Otto van de Haar (Met dank aan Maarten van Bracht).

In plaats van De Plantage wordt zondagmiddag "Simone de Beauvoir: Walk on the Wild Side" uitgezonden. Deze BBC-documentaire gaat over de langdurige relatie tussen feministisch boegbeeld Simone de Beauvoir en de Amerikaanse schrijver Nelson Algren.

In 1995 drukte de Times Literary Supplement een lijst af met de honderd invloedrijkste westerse boeken sinds de Tweede Wereldoorlog. Een van de vijf boeken van vrouwen die doordrongen tot deze prestigieuze 'top 100' was De tweede sekse van Simone de Beauvoir. In die studie wordt de mannelijke mystificatie over 'de vrouw als afgeleide van de man' vakkundig naar de prullenbak verwezen. 'Vrouwelijkheid' was in de ogen van De Beauvoir een sociale constructie en geen vaststaand biologisch gegeven. Toen De tweede sekse eind jaren veertig door Gallimard op de markt werd gebracht, was het vrouwenkiesrecht in Frankrijk nog maar net ingevoerd.

Lange tijd gold Simone de Beauvoir als koel en arrogant. Totdat in 1998 de brieven aan haar minnaar, de Amerikaanse schrijver Algren werden uitgegeven. Uit Een transatlantische liefde. Brieven aan Nelson Algren, 1947-1964 blijkt dat De Beauvoir ook zeer sensueel en onzeker is geweest. Op de intensiteit van deze relatie had zij overigens al gezinspeeld in haar fameuze sleutelroman De Mandarijnen. 
Doelend op Algren, die in dit boek schuilging achter de naam Lewis Brogan, schreef ze: 'Mijn lichaam stond op uit den dode...alsof mijn hele leven tot nu toe een een ziekte was geweest waarvan ik nu bezig was te herstellen'. Ze leerden elkaar in 1947 kennen in Chicago. De Beauvoir was toen in de Verenigde Staten om lezingen te geven. Sindsdien trokken ze doorgaans enkele maanden per jaar met elkaar op. Zij liet hem Parijs, Zuid-Europa en Noord-Afrika zien. Hij toonde haar Midden-Amerika en zijn woonplaats Chicago. In zijn boek The man with the golden arm (1949) schreef hij met compassie over wat hij 'real people' noemde: de junkies, prostituees en diefjes uit de slums. Hiervoor ontving hij de National Book Award.

Algren leed, misschien nog wel meer dan De Beauvoir, onder de lange periodes waarin de Atlantische Oceaan hen van elkaar gescheiden hield. Vanuit Amerika stuurde hij brieven en verzond hij grote pakketten levensmiddelen (inclusief inktpotten en flessen whisky) naar Frankrijk, waar nog schaarste heerste ten gevolge van de oorlog.
Algren toonde veel belangstelling voor haar werk en gaf haar nuttige informatie ten behoeve van De tweede sekse. In een brief aan hem, gedateerd 21 januari 1949, liet ze zich over dit feministische standaardwerk ontvallen: 'O God! Ik heb alle boeken gelezen die er ooit door en over vrouwen zijn geschreven en ik ben ze allemaal meer dan zat. Ik wil mijn eigen kerel!'
Deze prikkelende passage wordt geciteerd door Deirdre Bair in haar biografie van De Beauvoir uit 1990, maar de bewuste brief is niet opgenomen in Een transatlantische liefde. Ook Bettina Drew citeert in haar biografie Nelson Algren: A Life on the Wild Side (1989) een brief van De Beauvoir aan Algren die er niet in blijkt te zijn opgenomen. Merkwaardig, want in haar voorwoord beweert bezorgster Sylvie le Bon, de aangenomen dochter van De Beauvoir, dat het een integrale uitgave is.

In de BBC-documentaire Simone de Beauvoir - Walk on the Wild Side (1997) wordt de relatie tussen Algren en De Beauvoir uit de doeken gedaan door biografe Bettina Drew, Sylvie le Bon, Michelle Vian (een ex van Sartre die voor Algren tolkte als hij in Parijs was), en Algrens literaire vrienden. Een van hen, Dave Peltz, vertelt indringend hoe Algren, mede door de slechter wordende relatie met De Beauvoir, in een zware persoonlijke crisis verzeild was geraakt. Een ambitieus opgezet boek waaraan hij begin jaren vijftig werkte (met de veelzeggende titel Entrapment) bleef onvoltooid en werd nooit gepubliceerd. In de documentaire is een pagina van het manuscript te zien waarin de getypte letters zijn bedolven onder de doorhalingen. A walk on the wild side (1956) voltooide hij nog wél, maar volgens Dave Peltz was het merendeel van de kritieken vernietigend. Algren, een macho met een dunne huid, 'never came over it'. In 1964 verbrak hij de relatie. Aanleiding was dat De Beauvoir hun intieme verhouding herhaaldelijk gebruikte voor haar boeken, wat hem mateloos frustreerde. 'Mademoiselle Utter Driveleau [Juffrouw Kakel in het Kwadraat] has reached complete pomposity'.
Algren had simpelweg verwacht dat De Beauvoir zich voorgoed bij hem zou voegen, en hij zag ook reikhalzend uit naar een kind. Maar De Beauvoirs gedreven, succesvolle schrijverschap en haar intellectuele trouw aan Sartre weerhielden haar, zij het niet zonder aarzeling. Tevergeefs poogde ze Algren met prachtige volzinnen van haar keuze te overtuigen. Volgens Algrens biografe was hij, in tegenstelling tot De Beauvoir, 'totally involved'. Totally? Ook Algren bleef omwille van het schrijverschap - hoe gemankeerd ook - in Chicago, zoals De Beauvoir in Parijs bleef.

Naar aanleiding van de BBC-documentaire Simone de Beauvoir: Walk on the Wild Side.